woensdag 25 juli 2012

Vriendschappelijk

Een vriendschappelijk spelletje, maar beide partijen even fanatiek. Het ene voetbalteam bestond uit voormalig straatkinderen, nu wonend in een opvangtehuis. Het andere team uit mijn zoontjes, mijn man, ondersteund door een paar kinderen uit het tehuis.

De Indiase kinderen waren een stuk ouder, groter en sterker dan mijn kinderen. Maar daar liet mijn jongste zoontje zich niet door afschrikken. Hij gooide zich er gewoon voor, wist regelmatig de bal af te pakken en liet zich niet uit het veld slaan toen hij per ongeluk een flinke trap tegen zijn schenen kreeg. De andere partij keek vol bewondering en plezier naar dit kleine blonde jochie.

De teleurstelling was groot bij hem toen ze uiteindelijk met 13-12 verloren. Hij had alles gegeven en toen een collega hem op dat moment wat pestte, barstte hij in tranen uit. De tegenpartij kwam er meteen bij staan."Heb je hem geslagen?", vroegen ze direct aan de collega. Toen deze lachend en ontkennend antwoordde, probeerden ze mijn zoontje een hart onder de riem te steken. "Tegenslagen horen bij het leven. Daar word je alleen maar sterker van." Zij kunnen het weten.

Toen ook dat zijn tranen niet kon stelpen, keken ze vol medelijden naar hem. Deze jongens die van huis waren weggelopen en stuk voor een stuk zeker een aantal maanden op straat doorgebracht hadden. Die met geweld te maken hebben gehad en die voor hun voedsel hebben moeten vechten. Ze zeiden iets tegen hem in hun lokale taal. Ik vermoedde dat het was dat hij zich niet moest aanstellen en moest ophouden met huilen. Maar nee, hoor, deze straatvechtertjes zeiden iets heel anders. "Als we geweten hadden dat hij zoveel verdriet zou hebben, dan hadden we hem dat laatste punt geschonken."