woensdag 25 juli 2012

Vriendschappelijk

Een vriendschappelijk spelletje, maar beide partijen even fanatiek. Het ene voetbalteam bestond uit voormalig straatkinderen, nu wonend in een opvangtehuis. Het andere team uit mijn zoontjes, mijn man, ondersteund door een paar kinderen uit het tehuis.

De Indiase kinderen waren een stuk ouder, groter en sterker dan mijn kinderen. Maar daar liet mijn jongste zoontje zich niet door afschrikken. Hij gooide zich er gewoon voor, wist regelmatig de bal af te pakken en liet zich niet uit het veld slaan toen hij per ongeluk een flinke trap tegen zijn schenen kreeg. De andere partij keek vol bewondering en plezier naar dit kleine blonde jochie.

De teleurstelling was groot bij hem toen ze uiteindelijk met 13-12 verloren. Hij had alles gegeven en toen een collega hem op dat moment wat pestte, barstte hij in tranen uit. De tegenpartij kwam er meteen bij staan."Heb je hem geslagen?", vroegen ze direct aan de collega. Toen deze lachend en ontkennend antwoordde, probeerden ze mijn zoontje een hart onder de riem te steken. "Tegenslagen horen bij het leven. Daar word je alleen maar sterker van." Zij kunnen het weten.

Toen ook dat zijn tranen niet kon stelpen, keken ze vol medelijden naar hem. Deze jongens die van huis waren weggelopen en stuk voor een stuk zeker een aantal maanden op straat doorgebracht hadden. Die met geweld te maken hebben gehad en die voor hun voedsel hebben moeten vechten. Ze zeiden iets tegen hem in hun lokale taal. Ik vermoedde dat het was dat hij zich niet moest aanstellen en moest ophouden met huilen. Maar nee, hoor, deze straatvechtertjes zeiden iets heel anders. "Als we geweten hadden dat hij zoveel verdriet zou hebben, dan hadden we hem dat laatste punt geschonken."

maandag 23 juli 2012

Zen master

We hebben gister voor de tweede keer een bezoek gebracht aan een 82-jaar oude Zen-meester. De eerste keer vertelde hij ons dat een van de belangrijkste dingen in het leven is, te doen wat je echt leuk vindt. "Wie je bent, ligt vast in je dna", vertelde hij ons. Ieder mens is verschillend en ieder mens heeft zijn eigen talenten en zijn eigen doel hier op aarde. Door te luisteren naar je innerlijke stem, maak je contact met je eigen dna en kun je datgene doen waar je zelf gelukkig van wordt en anderen gelukkig mee maakt.

Gister ging hij hier dieper op in. Luisteren naar je innerlijke stem brengt je in contact met jouw eigen bewustzijn, en tegelijkertijd met een bewustzijn groter dan jezelf. Verschillende religies of stromingen hebben er andere benamingen voor: in contact zijn met je Boeddha natuur, met je goddelijke kracht, met God, met de Bron, met onvoorwaardelijke liefde. Als je leeft vanuit dit contact, dan leef je vanuit volledig vertrouwen. De kosmos zal zich over je ontfermen en zal je begeleiden. Je mogelijkheden zullen oneindig zijn. Je zult gelukkig zijn en anderen gelukkig maken.

Maar hoe doe je dat dan? Voor het luisteren naar je innerlijke stem heb je stilte nodig. In diepe stilte en rust, zul je antwoord krijgen op jouw vragen. Meditatie kan je daarbij helpen of het zijn in de natuur. Om continu in contact te zijn met het Bewustzijn, is een voorwaarde dat je zelf 100 procent puur bent. En dat betekent dat je kwaliteiten als liefde, eerlijkheid, onbaatzuchtigheid (.... en vul maar verder in...) in jezelf moet ontwikkelen. Een levenslange opdracht, maar wel een prachtige opdracht.

Mij inspireerde het gesprek met hem enorm. Geen totaal nieuwe inzichten, maar fijn om het zo duidelijk en zo vol vertrouwen uitgelegd te krijgen door iemand die het pad echt zelf leeft. Yoga, meditatie, mindfulness.... het zijn allemaal manieren om je innerlijke stem te kunnen horen; om jezelf te ontwikkelen in puur-zijn en in contact te komen met je eigen goddelijke kracht. Deze ervaren Zen-meester heeft me weer herinnerd waarom ik dit doe en inspireert me om het pad verder te vervolgen. Met liefde en discipline.

donderdag 19 juli 2012

Sloppenwijken

Gister hebben we een bezoek gebracht aan twee sloppenwijken in Bangalore. Het was nog niet eens de armoede die mij het meest raakte. Om met armoede geconfronteerd te worden, hoef je de sloppenwijken niet in. In elke straat in Bangalore wordt wel gebouwd en de bouwvakkers wonen met hun hele families in en om de bouwplaatsen. Ze slapen met z'n allen onder wat tentdoeken. Ook aan het einde van onze straat leven ze en we zien elke dag de kleine kinderen tussen het vuil en puin spelen, terwijl ze vrolijk naar ons zwaaien als we langskomen.

Maar wat me het meest raakt in zo'n sloppenwijk is dat er zoveel mensen op zo'n kleine oppervlakte samenleven. Duizenden mensen opeengepakt, zonder luxe en met veel problemen. Hoe kunnen deze mensen overleven?

Als ik dat aan Indiers vraag, dan geven ze als antwoord dat het in hun bloed zit om te delen. Zelfs als ze honger hebben, delen ze hun voedsel nog met de buurman. Wij stonden even stil bij een klein kraampje waar tabak, koekjes en snoepjes verkocht werden. De man van het kraampje was ziek en kon niet werken. Maar om toch in zijn onderhoud te voorzien was hij dit kraampje begonnen. Hij verdiende er niet veel mee, een dokter zou hij vast en zeker niet kunnen betalen, maar het was beter dan niets. De vrouw van de man kwam erbij en ook zijn dochter. Trots als ze waren op hun bussiness en onze belangstelling ervoor. We kregen direct een snoepje uit de kraam aangeboden. We voelden ons enigszins ongemakkelijk om hun kostbare snoepjes op te eten. Maar voor we het wisten kregen nog twee handen vol snoepjes in onze handen gedrukt. En de koekjes die we wilden kopen, wilden ze ons ook nog geven. Ongelooflijk. Mensen die helemaal niets hebben, maar ons dan hun kostbare voorraad willen geven. Vol trots en gastvrijheid.

Waarschijnlijk ligt daar het geheim dat zoveel mensen op zo'n kleine oppervlakte en in armoede met elkaar kunnen overleven. Gemeenschapszin, delen en elkaar helpen. Wij zijn die waarden steeds meer aan het kwijtraken in onze rijke en geïsoleerde samenleving. Maar hier is het volop aanwezig. Moeten we eerst armoede of andere ellende ervaren voordat ze deze waarden weer in ere kunnen herstellen? Laten we daar niet op wachten!

zaterdag 14 juli 2012

India door de ogen van kinderen

Onze kinderen hebben het erg naar hun zin hier. Ze lijken al helemaal gewend. De buurjongens komen hen 's middags ophalen om in de straat te voetballen. Twee keer per week trainen ze bij de plaatselijke voetbalclub. Voor de rest doen ze hetzelfde als thuis: uren en uren spelen met de voetbalkaartjes.

Maar sommige dingen vinden ze toch wel heel vreemd.

Met stip op 1 staat: je billen afvegen zonder wc-papier. Als je geluk hebt is er een sproeier op de wc, maar regelmatig staat er alleen een bakje water. Met je linkerhand en het water moet je het dan klaarspelen. Ze zijn blij dat wij gewoon wc-papier hebben.

Op 2 staan de koeien op straat. Die blijven bijzonder. In rustige straatjes kan er opeens 1 voor je neus staan en tussen het drukke verkeer sjokken ze op hun dooie gemak. Er zijn zoveel koeien: raar dat ze allemaal heilig zijn.

Het derde wat ze noemen is de armoede. Mensen die op straat slapen of in sloppenwijken. Ook dat alle kinderen van 1 bordje moeten eten of gewassen worden in de rivier. Wat ze niet begrijpen is dat de gezinnen hier zo groot zijn en juist de arme gezinnen zoveel kinderen hebben. Die moeten immers allemaal te eten hebben; daar word je vanzelf wel arm door.

Het vierde dat vreemd vinden, is dat ze zelf zo bijzonder zijn hier. Er hebben al heel wat mensen aan hun haren gevoeld en gevraagd of die blonde haren echt zijn.

En dan last but not least: het eten. Drie keer per dag warm eten, zou niet hun ideaal zijn. Ze zijn dan ook erg blij met het winkeltje op de hoek waar je zowaar stokbrood kunt krijgen. Voor de rest geven ze aan dat het eten hier erg pittig is en dat alle groenten hier een stuk kleiner zijn. Vegetarisch eten, daar zijn ze nog niet aan toe en ze missen de salami. Maar gelukkig kun je hier wel superdunne en superlekkere pizza's eten.

donderdag 12 juli 2012

Tijgermug

Ik was zo blij om weer thuis te zijn. Terug in Bangalore, genietend op het dakterras, voelt het veilig. Hoe groot was de ontzetting toen er op Michels laptop een mug kwam rusten. Een zwarte met witte streepjes. Die waren we de afgelopen dagen regelmatig op internet tegengekomen onder de naam Tijgermug. De grote verspreider van het Dengue-virus!

Op het dakterras zitten altijd veel muggen, maar we hebben ze nooit van dichtbij bestudeerd. Nu we dat wel deden, bleken er veel meer van die witgestreepte muggen. Omdat we een tweede keer Dengue niet mee willen maken, hebben we direct actie genomen.

Net is de bestrijdingsdienst geweest en heeft een heel nest ontdekt, boven op het dak. De man van de bestrijdingsdienst heeft het hele kantoor (en dus ons huis) met gif bespoten. Een collega vroeg of dit gif echt goed was. "Absoluut", wist de man te vertellen, "mijn vrouw heeft er zelfmoord mee gepleegd". Geruststellend antwoord: ik voel me nu een stuk veiliger hier in huis.

woensdag 11 juli 2012

Slapen in het ziekenhuis

Cultuurverschillen worden al snel duidelijk in het ziekenhuis. Mag je in Nederland de patient alleen tijdens bezoekuren bezoeken, hier wordt van de echtgenote verwacht dat ze de hele dag aan de zijde van de zieke blijft. En niet alleen overdag: elk ziekenhuis heeft standaard een smal bed ernaast staan voor overnachting. De vrouw van Michels kamergenoot verlaat alleen het extra bed als ze even naar de wc moet.

De nachtzusters waren duidelijk bezorgd toen ze doorhadden dat Michel 's nachts alleen was. Toen hij twee nachten alleen (nou ja, alleen... met kamergenoot en veel nachtzusters) geslapen had, polsten ze mij of ik echt niet bij hem zou blijven. Zo nee, dan moest ik een formulier ondertekenen, dat het ziekenhuis niet aansprakelijk was en het volledig mijn eigen risico was. Ik heb mijn handtekening zonder aarzelen gezet. Mijn man kan dat wel aan!

De Indiase kamergenoot duidelijk niet. Zelfs met vrouw bij hem, raakte hij elke nacht in paniek. Zo rustig als hij overdag was, zo onrustig bleek hij 's nachts. De nachtzusters hadden er een behoorlijke taak aan en Michel werd om de haverklap uit zijn slaap gehaald.

Michel mocht een dag eerder naar huis, omdat hij zo slecht sliep in het ziekenhuis. Ik slaap nu weer heerlijk naast hem en wijk 's nachts niet meer van zijn zijde.

zondag 8 juli 2012

Koorts

Overnachten op een bananenplantage. In the middle of nowhere. In een weliswaar ruime kamer, maar inclusief sprinkhaan, kakkerlak, slak en een heleboel muggen. Het slechtste moment tot nu toe om ziek te worden. Maar het overkwam Michel: hij kreeg hoge koorts. We hadden geen internetverbinding en geen enkele voorzieningen in de buurt. Als er al een ziekenhuis in de omgeving was, dan was het er zeker eentje waar je niet wilde zijn.

We besloten de volgende dag onze reis voort te zetten volgens ons oorspronkelijke plan. We zouden naar Hampy/ Hospete gaan, zo'n ruim 200 kilometer verder. Tevens de dichtsbijzijnde grote stad. De taxichauffeur kon gelukkig eerder komen, maar de reis viel tegen. Je rijdt over smalle wegen, soms zelfs onverhard en de reis kostte 5 uur. Paracetamol gaf iets verlichting, maar Michel knapte er natuurlijk niet van op.

Ons goedkope vakantiehutje hadden we omgeruild voor een 5 sterrenhotel. De kinderen genoten van het zwembad en continental breakfast, maar Michel ging zich alleen maar slechter voelen. Na een uurtje internetten kwamen we erachter dat de symptomen die Michel had, verdacht veel leken op Dengue (knokkelkoorts). Veroorzaakt door een prik van de Denguemug, die inderdaad in een stad als Bangalore voorkomt.

Een arts gaf ons aan dat er lichtere en zwaardere vormen bestaan van Dengue. Michel moest nu vooral heel veel drinken en als zijn huid rode vlekjes zou gaan vertonen, moest hij naar het ziekenhuis. De terugreis konden we vervroegen. En toen de volgende dag inderdaad de rode vlekjes verschenen, waren we blij dat we 's avonds de slaaptrein naar Bangalore konden nemen.

Ook afzien natuurlijk met hoge koorts, spierpijn en algeheel ellendig voelen. Maar Bangalore was nu wel de plek waar we het liefst wilden zijn. Eenmaal in Bangalore aangekomen, kon Michel naar het ziekenhuis. De teleurstelling was nog wel groot toen we hoorden dat hij er 3 tot 4 dagen moet blijven. Het komt allemaal goed, maar aangezien deze ziekte kans op uitdroging geeft, wilden ze geen risico nemen. Michel ligt aan het infuus en voor de rest is het vooral uitzieken. De ziekte duurt zo'n 7 dagen, dus hij zou nu op de helft zijn.

Je hoort mij trouwens niet meer zeggen dat mannen zich aanstellen als ze ziek zijn. Michel bleef juist in deze erbarmelijke omstandigheden mentaal heel sterk. "Dat zijn de risico's van reizen", gaf hij aan. "Helaas hoort ook dit erbij." We wilden India graag echt ervaren. Maar deze ervaring hadden we toch liever aan ons voorbij laten gaan. 

zaterdag 7 juli 2012

Armoede

De buurt waar wij wonen, leek mij gegoede middenklasse. De buurt is groen en redelijk schoon. De huizen goed onderhouden, niet uitzonderlijk groot en de buurvrouw doet nog wel alle was met de hand. Het blijkt de rijkste buurt van Bangalore te zijn, op de expat-wijk na.

Na een weekje reizen in India, dringt de omvang van de armoede steeds meer door. Overal zie je hele families die in hutjes of op kleine oppervlakten samenleven. Het zijn niet deze hutjes die de uitzondering zijn; het hebben van een huis met meerdere kamers is voor het overgrote deel van de bevolking een ongekende luxe. En als je je dan eens voorstelt hoe groot India is en hoeveel mensen hier wonen.

Terwijl wij op vakantie in het zwembad aan het afkoelen waren, werden aan de andere kant van de hotelmuur de kinderen in de rivier gewassen. Dezelfde rivier als waar de kleding in gewassen werd, de honden uit dronken, de koeien hun bad namen en het afval in ronddreef.

"Wat heb ik eigenlijk een geluk!" besefte mijn oudste zoontje zich. En hij nam een grote duik in het zwembad en genoot er met volle teugen van. Terwijl de armoede mij raakt en ik me afvraag hoe ik meer kan bijdragen, liet mijn zoontje mij een andere kant zien. Geniet van wat je hebt. Dat kunnen ze hier trouwens heel goed. En wij, die geboren zijn in luxe en zoveel mogelijkheden hebben? Wij vergeten het vaak. Het minste wat we kunnen doen is volop genieten van het leven!  

Kip

"Wat is het Engelse woord voor kip?", vroegen we gister aan onze kinderen.

"Welke kip bedoel je?", vroeg onze jongste. Toen hij onze verbaasde gezichten zag, lichtte hij toe: "De kip die je op eet of de kip die buiten rond loopt?"

Het is dat hij teveel van vlees houdt. Anders was dit het moment waarop hij vegetarier zou zijn geworden.