dinsdag 25 september 2012

Changemakers

Onze kinderen hebben in drie maanden heel wat meegemaakt en hebben van dichtbij gezien wat armoede is. Ze hebben met kinderen van hun leeftijd gevoetbald die op straat hebben moeten overleven. Ze hebben kinderen gezien die na school lege plastic flessen moesten verzamelen om hun schoolgeld bij elkaar te sparen. Ze hebben gegeten in een opvangtehuis met 150 kinderen die niet meer thuis konden wonen. Ze hebben kinderen op het station zien bedelen. En ze hebben kinderen in de sloppenwijken gezien die jonger waren dan zij en de hele dag voor hun nog kleinere broertje of zusje moesten zorgen. Hoe zou dat doorwerken in die koppies van hen? Het zijn niet zulke praters, dus wat het teweegbrengt is moeilijk in te schatten. Het leek mij echter heel waarschijnlijk dat zij later wereldverbeteraars, idealisten of nog mooier de "change makers" in deze wereld zullen worden.

Op school was vorige week een actie gestart om kinderen uit een weeshuis in Afrika te ondersteunen. De kinderen op onze school was gevraagd om thuis 'heitje voor een karweitje' te doen. Het verdiende geld kon dan worden gedoneerd aan de weeskinderen. Onze jongens begonnen er enthousiast aan, maar na 4 keer tafeldekken en 2 keer helpen koken, waren ze het zat. Ze hadden allebei 5 euro verdiend. "Ik stop ermee", kondigde de jongste aan. En hij verklaarde: "Ik heb in India al zoveel gedaan voor de arme kindjes." Even later besloot onze oudste dat hij het ook wel genoeg vond. Er bleken kinderen in zijn klas die tientallen euro's bij elkaar gespaard hadden. Vijf euro vond hij zelf echter een mooi bedrag. "Dat is een heleboel geld daar!"

donderdag 20 september 2012

Gezien worden

Het beeld dat ik van India had, was dat iedereen je aanklampt en iedereen iets van je wil. Bijvoorkeur geld. Mijn ervaring bleek echter anders.

Als we de straat uitliepen, kwamen we langs een bouwplaats. De bouwvakkers zijn meestal migranten. Zij werken aan een gebouw en als het af is, trekken ze weer verder. Naar een volgend project in dezelfde stad of er buiten. Tijdens de bouw wonen ze op de bouwplaats zelf. Tussen het puin, vaak onder tentdoeken. De bouwplaats is hun woonplaats en tegelijkertijd de speeltuin voor hun kinderen. Deze mensen behoren tot de armsten en zijn moeilijk te helpen omdat ze steeds weer verder trekken.

Elke keer als we langskwamen dan zwaaiden we even naar de moeders en de kinderen tussen het puin. Een grote glimlach kregen we terug. Toen we ze op de foto namen, stonden ze vol trots. En eigenlijk kwamen we dat ook overal in de sloppenwijken tegen. Mensen die ons niets vroegen, maar zo dankbaar leken met een glimlach, een blik of een zwaai. Nog meer dan geld, is erkenning en gezien worden een basisbehoefte van mensen. En zij, onder aan de samenleving, vaak geschoffeerd en genegeerd, lieten dat zo duidelijk zien.

Gezien worden... willen we dat niet allemaal? Er zijn maar weinig mensen die een rotsvast zelfvertrouwen hebben. Als ik kritisch kijk, dan zie ik iedereen in meer of mindere mate worstelen er te mogen zijn. Maar van wie hebben we goedkeuring nodig om er te mogen zijn? Je bent er immers al. Uiteindelijk kun je alleen jezelf de volledige toestemming geven je leven voluit te leven en jouw plek in te nemen.

Voordat we echter onszelf volledig toestemming kunnen geven er te mogen zijn, is de erkenning van anderen een welkome voeding. De aandacht van anderen helpt mij mijn eigenwaarde te vinden, op te graven en op te bouwen. In de loop der jaren is er een steviger fundament ontstaan dat iets onafhankelijker wordt van de erkenning van anderen. Maar vooralsnog voed ik mij graag met die glimlach, het compliment en aandacht.

En zo hoop ik weer anderen te voeden. Door de mens te zien in de ander. Het gewone en het bijzondere te zien in de ander. In de bedelaar, de bouwvakker, de yogacursist, de moeder op het schoolplein, de manager en uiteindelijk ook volledig in mijzelf.

dinsdag 11 september 2012

Weer thuis

Of ik weer kan wennen?
Een veelgestelde vraag, met daarin de verwachting dat het wel moeilijk zal zijn. Maar ik vind juist het heerlijk om weer thuis te zijn!

De laatste week in Bangalore zijn Michel en ik een dag naar een ayurvedisch centrum geweest. Nadat de ayurvedisch arts mijn pols had gevoeld, wist hij mij te vertellen dat ik een vata-type ben met een hoog kapha-gehalte. Vata is lucht en kapha is aarde. Dat kan lastig zijn, legde hij me uit, want vata en kapha liggen het verst uit elkaar en daarin zul je de balans moeten vinden. Je hebt bijvoorbeeld veel ideeen, plannen en idealen die je wil uitvoeren (vata), maar tegelijkertijd wil je rust en wil je heel graag in je comfortzone blijven (kapha). De net iets te grote glimlach van mijn man, gaf aan dat hij dit maar al te goed herkende.

Na drie intensieve en inspirerende maanden is mijn vata-deel verzadigd en geniet ik met volle teugen van mijn hervonden comfortzone. De deur uit lopen en op de fiets stappen.... de rust in de straten.... de frisse lucht... familie, vrienden en bekenden in de buurt....het enthousiasme waarmee we door iedereen begroet worden... de privacy in ons eigen huis.... yogalessen aan mijn zo vertrouwde 'eigen' cursisten...

Ik zuig het allemaal in me op en alle indrukken worden moeiteloos omgezet in een gevoel van dankbaarheid en vreugde. Vata zal binnenkort wel weer aankloppen, maar voorlopig is mijn comfortzone groot genoeg om er nog even te blijven.