
Eerlijk gezegd dacht ik tot voor kort dat ik mijn hart voor mensen kon openen zonder mijzelf werkelijk te laten zien. Ik kan luisteren, vertrouwen schenken en liefdevol reageren. Maar het wordt mij steeds duidelijker dat als ik mijzelf niet of maar gedeeltelijk laat zien, mijn hart nooit helemaal open is. Als ik mijn eigen gevoelens niet toon en niet deel, houd ik altijd een bepaalde afstand tot de ander.
Wat een rare kronkel is dat toch. Iedereen wil graag verbinding, vriendschap en liefde. Tegelijkertijd is er een angst dat mensen je niet aardig zullen vinden of je oninteressant vinden. Dus besluit je jezelf nooit helemaal te laten zien. Wat je werkelijk vindt of voelt, houd je uit zelfbescherming liever even voor je. En dan blijkt dat je daarmee jezelf juist blokkeert om je echt open te stellen voor de relatie met de ander. Je beschermt je niet alleen tegen eventuele pijn van afwijzing, maar net zo goed tegen de vreugde van werkelijke, diepe verbintenis.
Vanuit je hart leven, vraagt dus om je kwetsbaarheid te laten zien. Om het prima te vinden om niet perfect te zijn en dat ook te durven laten zien. Dan kan de uitwisseling tot stand komen die noodzakelijk is voor echte verbinding. De verbinding van hart tot hart.