Onze kinderen hebben het erg naar hun zin hier. Ze lijken al helemaal gewend. De buurjongens komen hen 's middags ophalen om in de straat te voetballen. Twee keer per week trainen ze bij de plaatselijke voetbalclub. Voor de rest doen ze hetzelfde als thuis: uren en uren spelen met de voetbalkaartjes.
Maar sommige dingen vinden ze toch wel heel vreemd.
Met stip op 1 staat: je billen afvegen zonder wc-papier. Als je geluk hebt is er een sproeier op de wc, maar regelmatig staat er alleen een bakje water. Met je linkerhand en het water moet je het dan klaarspelen. Ze zijn blij dat wij gewoon wc-papier hebben.
Op 2 staan de koeien op straat. Die blijven bijzonder. In rustige straatjes kan er opeens 1 voor je neus staan en tussen het drukke verkeer sjokken ze op hun dooie gemak. Er zijn zoveel koeien: raar dat ze allemaal heilig zijn.
Het derde wat ze noemen is de armoede. Mensen die op straat slapen of in sloppenwijken. Ook dat alle kinderen van 1 bordje moeten eten of gewassen worden in de rivier. Wat ze niet begrijpen is dat de gezinnen hier zo groot zijn en juist de arme gezinnen zoveel kinderen hebben. Die moeten immers allemaal te eten hebben; daar word je vanzelf wel arm door.
Het vierde dat vreemd vinden, is dat ze zelf zo bijzonder zijn hier. Er hebben al heel wat mensen aan hun haren gevoeld en gevraagd of die blonde haren echt zijn.
En dan last but not least: het eten. Drie keer per dag warm eten, zou niet hun ideaal zijn. Ze zijn dan ook erg blij met het winkeltje op de hoek waar je zowaar stokbrood kunt krijgen. Voor de rest geven ze aan dat het eten hier erg pittig is en dat alle groenten hier een stuk kleiner zijn. Vegetarisch eten, daar zijn ze nog niet aan toe en ze missen de salami. Maar gelukkig kun je hier wel superdunne en superlekkere pizza's eten.
Maar sommige dingen vinden ze toch wel heel vreemd.
Met stip op 1 staat: je billen afvegen zonder wc-papier. Als je geluk hebt is er een sproeier op de wc, maar regelmatig staat er alleen een bakje water. Met je linkerhand en het water moet je het dan klaarspelen. Ze zijn blij dat wij gewoon wc-papier hebben.
Op 2 staan de koeien op straat. Die blijven bijzonder. In rustige straatjes kan er opeens 1 voor je neus staan en tussen het drukke verkeer sjokken ze op hun dooie gemak. Er zijn zoveel koeien: raar dat ze allemaal heilig zijn.
Het derde wat ze noemen is de armoede. Mensen die op straat slapen of in sloppenwijken. Ook dat alle kinderen van 1 bordje moeten eten of gewassen worden in de rivier. Wat ze niet begrijpen is dat de gezinnen hier zo groot zijn en juist de arme gezinnen zoveel kinderen hebben. Die moeten immers allemaal te eten hebben; daar word je vanzelf wel arm door.
Het vierde dat vreemd vinden, is dat ze zelf zo bijzonder zijn hier. Er hebben al heel wat mensen aan hun haren gevoeld en gevraagd of die blonde haren echt zijn.
En dan last but not least: het eten. Drie keer per dag warm eten, zou niet hun ideaal zijn. Ze zijn dan ook erg blij met het winkeltje op de hoek waar je zowaar stokbrood kunt krijgen. Voor de rest geven ze aan dat het eten hier erg pittig is en dat alle groenten hier een stuk kleiner zijn. Vegetarisch eten, daar zijn ze nog niet aan toe en ze missen de salami. Maar gelukkig kun je hier wel superdunne en superlekkere pizza's eten.