Ik vond de Bijbelverhalen vroeger prachtig. Van alle wonderen die erin gebeurden, genoot ik met volle teugen. Het gaf mij een diep vertrouwen in het leven en in het goede. Hoewel mijn geloof natuurlijk al lang niet meer is als toen ik 10 was, ligt het gevoel van toen nog steeds ten grondslag aan mijn levensvisie.
Mijn kinderen gunde ik dit ook, dus kozen we bewust voor een Christelijke basisschool. Geschokt was ik dan ook toen ik vorige week te horen kreeg, dat de yogalessen die ik twee keer per jaar bij mijn zoontje in de klas gaf, niet meer gegeven mochten worden. Er waren klachten gekomen. Yoga was in strijd met de Christelijke traditie.
Dat was niet wat ik mijn kinderen wil meegeven. Terwijl ik nog aan het bedenken was, hoe ik ze dit zou gaan uitleggen, gaf mijn oudste zoontje blijk dat hij de discussie allang had opgevangen. "Ik geloof toch niet in God", vertelde hij monter. Ik vroeg hem verrast, waarom niet. "Die Bijbelverhalen zijn heel mooi, hoor", gaf hij aan, "maar ik geloof er niks van dat dit allemaal echt gebeurd is. Sommige kinderen in de klas geloven dat God alles bepaalt. Dat geloof ik dus echt niet. Ik geloof wel dat je je best moet doen om zo goed mogelijk te leven, maar niet omdat God dat zegt."
Mijn zoon, die zich nooit zo duidelijk uit, had hier al lang en breed over nagedacht en zijn eigen mening gevormd. Terwijl ik op zijn leeftijd nog blij geloofde in alle wonderen, is hij al bezig zijn leven te leven volgens zijn eigen waarden.
Ik was nog wel even benieuwd, welke bijbelverhalen dan zo ongelooflijk voor hem waren. "Bijvoorbeeld dat er een engel verschijnt die vertelt dat Maria een kind zal krijgen en dan is ze plotseling zwanger!"
Ook daarin bleek hij al verder dan ik dacht.
Mijn kinderen gunde ik dit ook, dus kozen we bewust voor een Christelijke basisschool. Geschokt was ik dan ook toen ik vorige week te horen kreeg, dat de yogalessen die ik twee keer per jaar bij mijn zoontje in de klas gaf, niet meer gegeven mochten worden. Er waren klachten gekomen. Yoga was in strijd met de Christelijke traditie.
Dat was niet wat ik mijn kinderen wil meegeven. Terwijl ik nog aan het bedenken was, hoe ik ze dit zou gaan uitleggen, gaf mijn oudste zoontje blijk dat hij de discussie allang had opgevangen. "Ik geloof toch niet in God", vertelde hij monter. Ik vroeg hem verrast, waarom niet. "Die Bijbelverhalen zijn heel mooi, hoor", gaf hij aan, "maar ik geloof er niks van dat dit allemaal echt gebeurd is. Sommige kinderen in de klas geloven dat God alles bepaalt. Dat geloof ik dus echt niet. Ik geloof wel dat je je best moet doen om zo goed mogelijk te leven, maar niet omdat God dat zegt."
Mijn zoon, die zich nooit zo duidelijk uit, had hier al lang en breed over nagedacht en zijn eigen mening gevormd. Terwijl ik op zijn leeftijd nog blij geloofde in alle wonderen, is hij al bezig zijn leven te leven volgens zijn eigen waarden.
Ik was nog wel even benieuwd, welke bijbelverhalen dan zo ongelooflijk voor hem waren. "Bijvoorbeeld dat er een engel verschijnt die vertelt dat Maria een kind zal krijgen en dan is ze plotseling zwanger!"
Ook daarin bleek hij al verder dan ik dacht.