Het beeld dat ik van India had, was dat iedereen je aanklampt en iedereen iets van je wil. Bijvoorkeur geld. Mijn ervaring bleek echter anders.
Als we de straat uitliepen, kwamen we langs een bouwplaats. De bouwvakkers zijn meestal migranten. Zij werken aan een gebouw en als het af is, trekken ze weer verder. Naar een volgend project in dezelfde stad of er buiten. Tijdens de bouw wonen ze op de bouwplaats zelf. Tussen het puin, vaak onder tentdoeken. De bouwplaats is hun woonplaats en tegelijkertijd de speeltuin voor hun kinderen. Deze mensen behoren tot de armsten en zijn moeilijk te helpen omdat ze steeds weer verder trekken.
Elke keer als we langskwamen dan zwaaiden we even naar de moeders en de kinderen tussen het puin. Een grote glimlach kregen we terug. Toen we ze op de foto namen, stonden ze vol trots. En eigenlijk kwamen we dat ook overal in de sloppenwijken tegen. Mensen die ons niets vroegen, maar zo dankbaar leken met een glimlach, een blik of een zwaai. Nog meer dan geld, is erkenning en gezien worden een basisbehoefte van mensen. En zij, onder aan de samenleving, vaak geschoffeerd en genegeerd, lieten dat zo duidelijk zien.
Gezien worden... willen we dat niet allemaal? Er zijn maar weinig mensen die een rotsvast zelfvertrouwen hebben. Als ik kritisch kijk, dan zie ik iedereen in meer of mindere mate worstelen er te mogen zijn. Maar van wie hebben we goedkeuring nodig om er te mogen zijn? Je bent er immers al. Uiteindelijk kun je alleen jezelf de volledige toestemming geven je leven voluit te leven en jouw plek in te nemen.
Voordat we echter onszelf volledig toestemming kunnen geven er te mogen zijn, is de erkenning van anderen een welkome voeding. De aandacht van anderen helpt mij mijn eigenwaarde te vinden, op te graven en op te bouwen. In de loop der jaren is er een steviger fundament ontstaan dat iets onafhankelijker wordt van de erkenning van anderen. Maar vooralsnog voed ik mij graag met die glimlach, het compliment en aandacht.
En zo hoop ik weer anderen te voeden. Door de mens te zien in de ander. Het gewone en het bijzondere te zien in de ander. In de bedelaar, de bouwvakker, de yogacursist, de moeder op het schoolplein, de manager en uiteindelijk ook volledig in mijzelf.
Als we de straat uitliepen, kwamen we langs een bouwplaats. De bouwvakkers zijn meestal migranten. Zij werken aan een gebouw en als het af is, trekken ze weer verder. Naar een volgend project in dezelfde stad of er buiten. Tijdens de bouw wonen ze op de bouwplaats zelf. Tussen het puin, vaak onder tentdoeken. De bouwplaats is hun woonplaats en tegelijkertijd de speeltuin voor hun kinderen. Deze mensen behoren tot de armsten en zijn moeilijk te helpen omdat ze steeds weer verder trekken.
Elke keer als we langskwamen dan zwaaiden we even naar de moeders en de kinderen tussen het puin. Een grote glimlach kregen we terug. Toen we ze op de foto namen, stonden ze vol trots. En eigenlijk kwamen we dat ook overal in de sloppenwijken tegen. Mensen die ons niets vroegen, maar zo dankbaar leken met een glimlach, een blik of een zwaai. Nog meer dan geld, is erkenning en gezien worden een basisbehoefte van mensen. En zij, onder aan de samenleving, vaak geschoffeerd en genegeerd, lieten dat zo duidelijk zien.
Gezien worden... willen we dat niet allemaal? Er zijn maar weinig mensen die een rotsvast zelfvertrouwen hebben. Als ik kritisch kijk, dan zie ik iedereen in meer of mindere mate worstelen er te mogen zijn. Maar van wie hebben we goedkeuring nodig om er te mogen zijn? Je bent er immers al. Uiteindelijk kun je alleen jezelf de volledige toestemming geven je leven voluit te leven en jouw plek in te nemen.
Voordat we echter onszelf volledig toestemming kunnen geven er te mogen zijn, is de erkenning van anderen een welkome voeding. De aandacht van anderen helpt mij mijn eigenwaarde te vinden, op te graven en op te bouwen. In de loop der jaren is er een steviger fundament ontstaan dat iets onafhankelijker wordt van de erkenning van anderen. Maar vooralsnog voed ik mij graag met die glimlach, het compliment en aandacht.
En zo hoop ik weer anderen te voeden. Door de mens te zien in de ander. Het gewone en het bijzondere te zien in de ander. In de bedelaar, de bouwvakker, de yogacursist, de moeder op het schoolplein, de manager en uiteindelijk ook volledig in mijzelf.